De Nederlandse zorg is in beweging. Regio’s zoeken elkaar op, ziekenhuizen willen samenwerken met huisartsen, laboratoria en GGZ-instellingen, en patiënten verwachten dat hun data beschikbaar is waar dat nodig is. Toch blijft echte gegevensuitwisseling vaak steken in intenties en projectplannen.
Volgens Robert Eggermont, country manager van InterSystems Nederland, is het tijd om de digitale fundamenten van zorgnetwerken opnieuw te bekijken. “Zorgprofessionals moeten op elkaar kunnen vertrouwen,” zegt hij, “maar dat begint bij data. Zonder één gedeeld patiëntbeeld blijft samenwerking een papieren werkelijkheid.”
Regionale zorg vraagt om regie en infrastructuur
In het hart van Nederland laat de regio Midden-Holland zien hoe samenwerking eruit kan zien wanneer je het goed organiseert. In deze regio, waar ziekenhuizen, huisartsen, thuiszorg, GGZ en gemeenten samenwerken, wordt inmiddels gewerkt met een gedeeld patiëntbeeld. Dat is mogelijk doordat de regio koos voor een neutrale stichting boven de samenwerking, vaste afspraken over data-uitwisseling én een technische infrastructuur die met bestaande systemen integreert.
Een belangrijk onderdeel van die infrastructuur is de keuze voor een zogeheten soevereine cloud. In samenwerking met een Nederlandse netwerk- en IT-partner wordt alle data opgeslagen op Nederlandse servers, onder Nederlands recht. Deze keuze is mede ingegeven door de toegenomen zorgen over Amerikaanse cloudproviders. “Er is terughoudendheid ontstaan over het opslaan van medische gegevens buiten Europa,” zegt Eggermont. “Een soevereine oplossing geeft zorgorganisaties controle én vertrouwen.”
Van los zand naar één patiëntbeeld
Eén van de grote problemen waar zorginstellingen tegenaan lopen, is dat data versnipperd is over systemen. Een patiënt die bij drie zorgverleners onder behandeling is, laat vaak drie verschillende sporen aan data achter. In de praktijk werken veel organisaties zelfs nog met Excelbestanden, e-mails en losse scans.
Volgens Eggermont kan dat veel efficiënter. Zijn organisatie maakt het mogelijk om informatie (zelfs handgeschreven notities of opgenomen gesprekken) automatisch om te zetten naar gestructureerde data. “Een arts moet niet hoeven zoeken naar gegevens, maar gewoon zeker weten: dit is de waarheid over deze patiënt.” Zorgverleners krijgen daardoor binnen seconden inzicht in medicatiegeschiedenis, behandeltrajecten en relevante labwaarden.
AI: onmisbare co-pilot in moderne zorg
Artificial Intelligence is voor Eggermont geen toekomstmuziek, maar dagelijkse realiteit. AI wordt onder meer toegepast om medische informatie sneller te ontsluiten en om patronen te herkennen in grote hoeveelheden patiëntdata. “We noemen het bewust een co-pilot,” licht hij toe. “AI ondersteunt de arts, maar neemt niets over. Diagnoses worden nog altijd door mensen gesteld.”
De winst zit in de snelheid en betrouwbaarheid waarmee gegevens worden gestructureerd en aangeboden. “Als een arts maar vijf minuten heeft voor een consult, wil je geen minuten verspelen aan zoeken in systemen.”
Naast versnelling en ondersteuning ontstaat er door deze datagedreven benadering ook ruimte voor inzichten die verder gaan dan het individu. “Op termijn kunnen we met onze techniek uitkomsten volgen en zorgpaden optimaliseren voor bijvoorbeeld diabetes, hartfalen of ouderenzorg. Daarmee verschuiven we van alleen registreren naar echt verbeteren.”
Praktijkcase: Sint Maartenskliniek
De Sint Maartenskliniek, gespecialiseerd in onder andere orthopedie en revalidatie, laat zien hoe interoperabiliteit ook werkt binnen bestaande ICT-omgevingen. De kliniek koos ervoor haar bestaande EPD te behouden, maar voegde daar een slimme datalaag aan toe die informatie realtime ontsluit voor interne en externe partners.
De impact is direct merkbaar. Patiënten worden sneller en correcter doorverwezen, triage gebeurt deels datagedreven, en de vragenlijsten die patiënten vooraf invullen worden geautomatiseerd vertaald naar behandelroutes. “Je voorkomt dat patiënten op de verkeerde plek belanden, of opnieuw moeten worden ingepland. Dat bespaart tijd en voorkomt frustratie.”
Proactieve zorg vraagt durf en visie
Waar het nu vaak nog draait om reactieve zorg, behandelen nádat klachten ontstaan, ligt volgens Eggermont de grootste winst in proactieve zorg. Door gebruik te maken van gegevens uit de hele keten kunnen risico’s vroeg worden herkend en behandeld.
“Als we niets veranderen, zitten straks zes van de tien werkenden in de zorg,” zegt hij. “Dat is niet houdbaar. Dan moeten we dus nu investeren in voorspellende modellen, in cohortanalyse, en in technologie die ziekte helpt voorkomen.”
In regio Midden-Holland worden al patiëntengroepen samengesteld voor onder andere diabeteszorg en ouderenzorg. Daarmee wordt zorg niet alleen beter, maar ook goedkoper: een belangrijke voorwaarde van de subsidieverstrekkers die deze projecten financieren.
De toekomst ligt volgens Eggermont in de overgang van monitoren naar voorspellen. “We moeten toewerken naar de volgende stap: vroegsignalering, risicostratificatie en gepersonaliseerde preventie.”
Veiligheid: de stille kracht onder digitale zorg
Zorgdata delen vraagt om vertrouwen. Daarom draait het dataverkeer binnen het landelijke medicatie-uitwisselingssysteem (LSP) al jaren op technologie die voldoet aan de hoogste normen voor informatiebeveiliging. Data wordt volledig versleuteld verstuurd, verwerkt en opgeslagen, conform certificeringen als NEN 7510 en ISO 27001.
Internationaal is deze aanpak op grote schaal beproefd. In de regio New York, waar ruim 27 miljoen patiëntendossiers worden ontsloten via één gedeeld systeem, vormt dezelfde infrastructuur de ruggengraat van datagedreven zorg. “Die schaalbaarheid bewijst dat deze aanpak werkt; ook in complexe netwerken,” aldus Eggermont.
In Nederland wordt deze technologie inmiddels breed ingezet, onder andere bij GGZ-instellingen, laboratoria en regionale samenwerkingsverbanden.
Meerdere gesprekken
Volgens Eggermont stopt de beweging hier niet. “We zijn momenteel in gesprek met vijf andere regio’s, en verwachten dat dit er volgend jaar meer dan tien zullen zijn. De vraag groeit, omdat regio’s zelf aanvoelen dat dit nodig is.”
Van pilot naar ecosysteem: een oproep aan zorgbestuurders
De technische mogelijkheden zijn er. De succesvolle praktijkvoorbeelden ook. Volgens Eggermont is het nu aan bestuurders, architecten en C-level IT’ers om die volgende stap te zetten: van project naar structurele samenwerking.
“Wacht niet op de volgende subsidie of landelijke verplichting. Als je nu de architectuur goed neerzet, ben je klaar voor morgen en kun je vandaag al samenwerken,” zegt hij. “Dat is wat we onder digitale transformatie zouden moeten verstaan.”
De ontwikkeling van zorginfrastructuur is geen eindpunt, maar een reis. Iedere stap vooruit brengt nieuwe mogelijkheden. De basis ligt er; nu is het tijd om verder te bouwen.
Wil je weten hoe jouw regio kan transformeren naar een veilig, schaalbaar en datagedreven zorgnetwerk?