Clinical trials vormen een belangrijk onderdeel van ons zorgsysteem. Zo weten we van tevoren of een behandeling effectief is en of deze aan het zorgaanbod kan worden toegevoegd. De onderzoeksresultaten verschijnen in medische vakbladen, waar ze worden gelezen door behandelaars, verzekeraars en andere belanghebbenden. Die kunnen er op hun beurt mee aan de slag in de dagelijkse zorgpraktijk. Prima procedure, zou je denken. Toch is dat niet helemaal zo. Lang niet alle clinical trials leveren betrouwbare resultaten op, maar ondertussen verschijnen ze wél vaak in de vakbladen. Hierdoor worden ook minder effectieve behandelingen deel van het zorgaanbod, met onnodig hoge kosten en lagere zorgkwaliteit tot gevolg. Wat gaat er mis? En even belangrijk: wat kunnen we doen? Je leest het in dit artikel. Onlangs analyseerde een groep onderzoekers 3000 publicaties over nieuwe behandelingen, allemaal verschenen in vooraanstaande medische vakbladen. Zij ontdekten dat maar liefst 400 van die 3000 behandelingen achteraf geen nut bleken te hebben of een goedkoper alternatief hadden. Onder de publicaties bevonden zich behandelingen met groot effect op de zorg, bijvoorbeeld: Jaarlijkse mammografie-screenings voor vrouwen tussen de 40 en 49 Het gebruik van compressiekousen om diepe veneuze trombose te voorkomen Het gebruik van zopiclon om slapeloosheid tegen te gaan Het toedienen van vitamine A aan pasgeborenen Het gebruik van sertraline and mirtazapine tegen Alzheimer Bovenstaande opsomming klinkt schokkend, maar het is eigenlijk oud nieuws. Fouten doen zich namelijk aan de lopende band voor in wetenschappelijk onderzoek. Zo is het extreem lastig om randomized trials goed uit te voeren. In dit type onderzoek werken onderzoekers met een testgroep en een controlegroep, zodat ze het verschil in effect kunnen meten. In het ideale geval weten zowel de testpersonen als de onderzoekers niet wie het medicijn neemt en wie een placebo krijgt, zodat niemand beïnvloed kan worden. Deze omstandigheden zijn in de praktijk vaak minder ideaal. Zo wordt een groot aantal clinical trials gefinancierd door de maker van het medicijn, wat zorgt voor financiële druk. Ook kan de groep met testpersonen te klein zijn, en worden er fouten gemaakt in de opzet van het onderzoek. Wetenschappers proberen met al deze factoren rekening te houden, maar weten zelf beter dan wie dan ook hoe foutgevoelig onderzoek is. Het verbeteren van de kwaliteit van clinical trials is belangrijk, maar niet het grootste probleem. Natuurlijk moeten we blijven zoeken naar betere onderzoeksmethoden om de betrouwbaarheid van de resultaten van onderzoek te verhogen. Ook moet er meer geld worden vrijgemaakt om onafhankelijk onderzoek te financieren, zodat de invloed van producenten in clinical trials verkleint. Maar nog veel belangrijker is dat we het traject gaan aanpakken dat volgt ná een clinical trial. Want hoe kan het dat onjuiste of onnodig dure behandelingen gepubliceerd worden in vakbladen en een plek krijgen in ons zorgsysteem? Veel te vaak worden onderzoeksresultaten openbaar gemaakt terwijl de testgroep te klein was, de opzet verkeerd of de inmenging van de investeerder te groot. Daarnaast worden eenmaal gepubliceerde onderzoeken zelden teruggedraaid of opnieuw gedaan en worden ze zo onterecht onderdeel van het behandelaanbod. Het resultaat: lagere kwaliteit zorg en onnodig dure medicatie. Precies waar we met z’n allen zo hard tegen strijden. Allereerst moeten we algemeen geaccepteerde behandelmethodes blijven testen. Zijn de eerder gepubliceerde onderzoeksresultaten te reproduceren? Kan het inmiddels goedkoper? Zijn er alternatieven? Met deze altijd-kritische houding kunnen we de rotte appels uit de fruitmand vissen en de behandelkwaliteit omhoog brengen. Ten tweede moeten we, zoals gezegd, investeren in onafhankelijk onderzoek. Producenten van medicijnen en voedingssupplementen mogen op geen enkele manier betrokken zijn bij het onderzoek naar hun producten, om ver weg te blijven van alleen al de schijn van beïnvloeding. Ten derde, en dit is misschien wel de belangrijkste, moeten we meer en beter gebruik gaan maken van data. De digitale revolutie heeft een behoorlijk aantal technologieën opgeleverd waarmee we een goed beeld kunnen krijgen van ziekteverloop, bijwerkingen en de effectiviteit van behandelingen. Zo kunnen we de resultaten van clinical trials testen in het echte leven van patiënten, bijvoorbeeld via wearables of door het analyseren van ongestructureerde data zoals ontslagbrieven. Ook kunnen we de gegevens van grote aantallen patiënten (geanonimiseerd) analyseren om zo patronen te ontdekken. Met bovenstaande adviezen kunnen we niet alleen de zorg verbeteren en de kosten drukken. We creëren er ook een transparantere zorgsector mee. Want als meerdere partijen de effectiviteit van behandelingen continu monitoren en analyseren, kunnen publicaties van foutieve onderzoeken makkelijker onderuit gehaald worden. Zo kunnen we met een eerlijk verhaal aankomen bij onze patiënten en zijn zij zo goed mogelijk geīnformeerd over mogelijke behandelingen en effectiviteit daarvan. Lees meer De route naar een moderne zorgorganisatie E-book voor bestuurders in de zorg Photo by Kaboompics .comfrom Pexels