Medewerkers van zorginstellingen wisselen dagelijks veel informatie met elkaar uit. Dit gebeurt mondeling via (telefoon)gesprekken, schriftelijk via papier en ouderwetse dossiers, maar ook steeds meer elektronisch via e-mail, intranet en elektronische patiëntendossiers.
Om de kwaliteit van de zorg te waarborgen, is een veilige en efficiënte uitwisseling van belang. Op dat vlak bestaan enkele aandachtspunten: interoperabiliteit, standaard voor informatie-overdracht, stabiele infrastructuur en transparante werkprocessen.
1. Interoperabiliteit
Interoperabiliteit gaat over het gemak waarmee systemen in staat zijn om samen te werken met andere systemen. Met andere woorden: kan een informatiesysteem in de zorg functioneren te midden van andere, verschillende systemen en daarmee interacteren?
In de zorg is interoperabiliteit nog niet zo eenvoudig te realiseren. Zorginstellingen hebben te maken met een groot aantal belanghebbenden: behandelaars, patiënten, ondersteunende dienstverleners, instellingsbestuurders, zorgverzekeraars en overheidsinstanties. Die gebruiken allemaal hun eigen systemen om informatie te raadplegen. En toch willen we dat de juiste mensen toegang hebben tot de juiste informatie op het juiste moment, op de juiste plek en op de juiste manier. Dit maakt interoperabiliteit complex.
2. Standaard voor dataoverdracht
Om de processen van verschillende systemen te integreren, is het noodzakelijk dat alle data van dezelfde structuur zijn: formaat, indeling, codering, etc. In de zorgsector wordt wereldwijd de HL7 standaard toegepast voor elektronische informatie-overdracht (Health Level Seven). Daarin zijn voor alle zorgdomeinen en zorgsectoren de protocollen en formaten gedefinieerd voor veilige informatie-uitwisseling tussen de afzonderlijke systemen. Onderling overleg tussen vertegenwoordigers van de belanghebbende partijen zorgt voor regelmatige updates van de standaarden. Daardoor zijn de bestaande definities aan te passen aan de actuele ontwikkelingen in de technologie, aan nieuwe eisen in de bedrijfsvoering van zorginstellingen, aan veranderende wetgeving of aan de wensen van gebruikers van de standaard.
3. Stabiele infrastructuur
Wanneer de techniek voor gegevensuitwisseling goed is verankerd binnen één organisatie, hebben de patiënten daar direct profijt van. Hun gegevens komen sneller terecht bij de verschillende afdelingen binnen die instelling. Is die uitwisseling geregeld binnen een keten van zorgorganisaties, dan weet elektronische informatie van buiten (huisartsen, apothekers, therapeuten enz.) veel sneller zijn weg te vinden naar het centrale patiëntendossier. Informatie raakt niet langer zoek in een doolhof van al dan niet toevallige, maar meestal vluchtige contacten tussen vertegenwoordigers van de diverse disciplines. Zorgverleners moeten werken met een veilige, stabiele structuur die efficiënt informatie repliceert tussen instellingen, individuele specialisten en zorgcentra. Informatie delen is niet langer een vrijblijvende activiteit, maar een onmisbaar infrastructureel mechanisme. Het uitwisselingsysteem ontzorgt mensen bij het delen van essentiële, levensreddende data, maar ook bij het delen van basale informatie, zoals adresgegevens of teksten van voorlichtingsbrochures.
4. Transparante werkprocessen
Het uitwisselingproces van informatie staat of valt met de mate van transparantie waarmee zorgverleners hun werk doen. Die transparantie wordt afgedwongen door de noodzaak om de zorg betaalbaar te houden in een vergrijzende samenleving. En of het nu gaat om patiëntendossiers, medicatiedossiers, vakbekwaamheiddossier, roosteroverzichten van menskracht, beddencapaciteit of andere zorgvoorzieningen; transparantie draagt bij aan de actualiteit en integriteit. En dus aan de kwaliteit. Er bestaat grote behoefte aan informatie met die eigenschappen nu zorgverantwoordelijkheden van de centrale overheid worden overgeheveld naar decentrale organisaties. Veranderingen op het gebied van werkprocessen, financiering en toetsing maken van de zorg een dynamische sector, gedreven door technologisch vernuft en menselijk gevoel.